Dag 19: 28 juli
2015
Chester - Bircher (142 km) (21 pond) 16 graden
Chester en Ironbridge
Deze ochtend is het weer (the weather) echt prut! Tussen de buien door
trekken we toch de stoute schoenen (en de regenkleding) aan en gewapend met
paraplu trekken we erop uit om Chester te verkennen. Dat blijkt uiteindelijk
toch zeer de moeite waard! De miezerige regen viel wel mee en we hebben af en
toe even geschuild als het wat harder ging. Chester was een Romeinse stad die destijds
Dewa heette. We wandelen eerst een stuk langs de rivier de Dee. We zien o.a.
een prachtige oude brug en wandelen verder over de middeleeuwse stadsmuur. Dit
is een van de best bewaard gebleven stadsmuren van Groot-Brittannië.
Ook zijn er in de muur een aantal zeer fraaie stadspoorten. Heel bijzonder is de opgraving van een deel van een Romeins amfitheater, die de grootste van Groot-Brittannië was. In de Bridgestreet (gewoon de Brugstraat dus, niet erg origineel, die Engelsen :p) staat een aantal heel mooie vakwerkhuizen in zwart en wit. Doordat we op de stadsmuur vrij hoog zitten, hebben we zicht op de huidige situaties bij inwoners van Chester achter het huis. Zo zien we achtertuinen van 2 ½ meter diep en kijken we op een andere plek bij mensen “driehoog-achter” zo ongeveer op de keukentafel. Wel jammer dat sommige monumenten compleet zijn ingebouwd door nieuwbouw. Maar er is zeker veel moois bewaard gebleven hier in Chester. En ook hier rijden weer de onvermijdelijke citytour-bussen, waar we overigens geen gebruik van maken. We keren terug naar de camper en vertrekken tegen 12.15 uur richting Ironbridge. Dit plaatsje is inmiddels vastgegroeid aan het grotere Telford (nee, geen grappen over goedkoop bellen ofzo). Ironbridge wordt gezien als de bakermat van de industriële revolutie. Hét symbool hiervoor is de brug over de rivier de Severn, de Ironbridge. De brug dateert van 1779 en is de oudste gietijzeren brug ter wereld.
Er zijn in het Severndal bij Ironbridge diverse musea die inzicht geven in de spectaculaire ontwikkelingen die in de 18de eeuw hier zijn geboekt, zoals een hoogoven uit 1709. Maar ook het originele tolhuis bij de brug is bewaard gebleven, met daarin exposities. Wij houden het bij een mooie wandeling door het stadje. Het weer is inmiddels aardig opgeknapt en we kunnen de bijzondere brug van alle kanten bewonderen. Een uur later trekken we verder in zuidelijke richting. Om 16.15 uur arriveren we op boerencamping Home Farm Accommodation bij het dorpje Bircher. Een mooie, ruim opgezette camping met alle voorzieningen (behalve WiFi…). Bircher ligt trouwens op de grens met Wales, en dat deel van Groot-Britannië gaan we morgen bekijken.
Ook zijn er in de muur een aantal zeer fraaie stadspoorten. Heel bijzonder is de opgraving van een deel van een Romeins amfitheater, die de grootste van Groot-Brittannië was. In de Bridgestreet (gewoon de Brugstraat dus, niet erg origineel, die Engelsen :p) staat een aantal heel mooie vakwerkhuizen in zwart en wit. Doordat we op de stadsmuur vrij hoog zitten, hebben we zicht op de huidige situaties bij inwoners van Chester achter het huis. Zo zien we achtertuinen van 2 ½ meter diep en kijken we op een andere plek bij mensen “driehoog-achter” zo ongeveer op de keukentafel. Wel jammer dat sommige monumenten compleet zijn ingebouwd door nieuwbouw. Maar er is zeker veel moois bewaard gebleven hier in Chester. En ook hier rijden weer de onvermijdelijke citytour-bussen, waar we overigens geen gebruik van maken. We keren terug naar de camper en vertrekken tegen 12.15 uur richting Ironbridge. Dit plaatsje is inmiddels vastgegroeid aan het grotere Telford (nee, geen grappen over goedkoop bellen ofzo). Ironbridge wordt gezien als de bakermat van de industriële revolutie. Hét symbool hiervoor is de brug over de rivier de Severn, de Ironbridge. De brug dateert van 1779 en is de oudste gietijzeren brug ter wereld.
Er zijn in het Severndal bij Ironbridge diverse musea die inzicht geven in de spectaculaire ontwikkelingen die in de 18de eeuw hier zijn geboekt, zoals een hoogoven uit 1709. Maar ook het originele tolhuis bij de brug is bewaard gebleven, met daarin exposities. Wij houden het bij een mooie wandeling door het stadje. Het weer is inmiddels aardig opgeknapt en we kunnen de bijzondere brug van alle kanten bewonderen. Een uur later trekken we verder in zuidelijke richting. Om 16.15 uur arriveren we op boerencamping Home Farm Accommodation bij het dorpje Bircher. Een mooie, ruim opgezette camping met alle voorzieningen (behalve WiFi…). Bircher ligt trouwens op de grens met Wales, en dat deel van Groot-Britannië gaan we morgen bekijken.
Dag
20: 29 juli 2015
Bircher
– Wrington (235 km) (6 pond) 18 graden
Brecon Beacons
We kunnen weer eens buiten ontbijten. Dat belooft, wat het weer betreft,
veel goeds voor de rest van de dag. Het vertrek is vandaag tegen 12 uur. We
rijden eerst binnendoor naar het Brecon Beacons National Park in Wales. We willen
daar gaan wandelen in de buurt van het plaatsje Pontneddfechan, bij een
riviertje met meerdere watervallen. Om er te komen rijden we een single track
road van 17 kilometer lang. Dat is erg lang, vooral als het zo smal is. Sommige
passing places zijn zo klein dat je elkaar hier echt niet kunt passeren. Maar
de 2 (twee…) tegenliggers over 17 km komen precies op het goede moment, pfiew.
We komen uiteindelijk heelhuids aan bij het begin van de wandelroute.
Na een wandeling van een uur zetten we koers richting Caerphilly Castle. Dit is het grootste middeleeuwse fort van Wales, compleet met grachten en aangelegde meren. We maken een paar mooie foto’s. Onderweg zien we dat hier in Wales alle plaatsen zowel in het Engels als in het Whelsh op de borden staat, wat onwillekeurig de vergelijking met Friesland oproept. Zo heet bijvoorbeeld Cardiff in het Whelsh Caerdydd en Newport Casnewydd. Dat is toch bijna Ljauwerd en Snyts.
We rijden verder en komen over de grote tolbrug over de Severn/Bristol Channel. Vreemd genoeg wordt er alleen maar tol geheven voor het verkeer richting het noorden, wij komen er dit keer goedkoop vanaf. We vinden een plek op King’s Wood Farm, een kleine camping waar geen vlakke plek te vinden is. Met een beetje kunstenvliegwerk krijgen we de camper nog bijna waterpas. Het hoofdeinde iets hoger dan de voeten, maar dat mag. De camping ligt precies in het verlengde van de startbaan van Bristol International Airport. En dat is te merken. Pakweg iedere 5 minuten komt er een vliegtuig recht over de camping. Leuk, maar ook wel veel lawaai.
Na een wandeling van een uur zetten we koers richting Caerphilly Castle. Dit is het grootste middeleeuwse fort van Wales, compleet met grachten en aangelegde meren. We maken een paar mooie foto’s. Onderweg zien we dat hier in Wales alle plaatsen zowel in het Engels als in het Whelsh op de borden staat, wat onwillekeurig de vergelijking met Friesland oproept. Zo heet bijvoorbeeld Cardiff in het Whelsh Caerdydd en Newport Casnewydd. Dat is toch bijna Ljauwerd en Snyts.
We rijden verder en komen over de grote tolbrug over de Severn/Bristol Channel. Vreemd genoeg wordt er alleen maar tol geheven voor het verkeer richting het noorden, wij komen er dit keer goedkoop vanaf. We vinden een plek op King’s Wood Farm, een kleine camping waar geen vlakke plek te vinden is. Met een beetje kunstenvliegwerk krijgen we de camper nog bijna waterpas. Het hoofdeinde iets hoger dan de voeten, maar dat mag. De camping ligt precies in het verlengde van de startbaan van Bristol International Airport. En dat is te merken. Pakweg iedere 5 minuten komt er een vliegtuig recht over de camping. Leuk, maar ook wel veel lawaai.
Dag 21: 30 juli
2015
Wrington – Westward Ho! (155 km) (1,50
pond) 19 graden
Broadchurch en concert Brassband Bideford
Na een lawaaierige nacht, waar we overigens redelijk doorheen slapen, en
een rustige ochtend, vertrekken we om half 1. Eerste doel is Clevedon. Deze
kustplaats, net voorbij Bristol, is het decor voor de Engelse politieserie
Broadchurch. We zoeken een aantal locaties op die in de serie voorkomen, zoals
de Highstreet en de kerk, heel mooi gelegen vlak aan zee. We maken er een mooie
wandeling.
Een uurtje later vertrekken we weer uit Broadchurch, ehm correctie, Clevedon. We rijden verder richting The South-West, een streek die ook wel The English Riviera wordt genoemd. Het einddoel voor vandaag is het plaatsje Westward Ho! (inderdaad, met een uitroepteken in de plaatsnaam). Hier is volgens onze gegevens vlak bij zee een parking waar je met je camper mag overnachten. Bij aankomst om 16.30 uur blijkt dit te kloppen. De parkeerautomaat neemt met 1,50 pond genoegen en print een ticket tot 8.30 uur morgenochtend. We wandelen naar zee en kuieren op ons gemak over de boulevard. We zitten ook nog een tijdje lekker in de zon te genieten van het uitzicht (en de gratis wifi). Uiteindelijk vinden we een restaurant waar we buiten op het terras met uitzicht op zee fish & chips (het werd weer eens tijd!) kunnen bestellen. We laten het ons wederom goed smaken! Als we na de fish & chips langs zee terugwandelen, zien we een orkest (uitgerekend in SDG-rood) dat voorbereidingen aan het treffen is voor een buitenconcert.
Bijna hilarisch is het om te zien dat het ook hier kennelijk onvermijdelijk is dat een paar muzikanten op het laatste moment komen “aanzakken”, wat de boel uiteraard weer flink ophoudt. Maar als ze beginnen te spelen blijkt het een frisse brassband met een leuk repertoire. Zo spelen ze bijvoorbeeld een James Bond medley, met ondersteuning door een prima drummer! En grappig dat ook hier een type Gerrit Horsman rondloopt, die niet meespeelt maar wel alles regelt en zelfs met de collectebus rondgaat. Onmisbaar, zulke mannen! Ook wij zijn na het concert weer een paar pondjes lichter (wat geld betreft dan, hè…). Dan wordt het tijd voor koffie en die nuttigen we in onze camper, met uitzicht op zee.
Een uurtje later vertrekken we weer uit Broadchurch, ehm correctie, Clevedon. We rijden verder richting The South-West, een streek die ook wel The English Riviera wordt genoemd. Het einddoel voor vandaag is het plaatsje Westward Ho! (inderdaad, met een uitroepteken in de plaatsnaam). Hier is volgens onze gegevens vlak bij zee een parking waar je met je camper mag overnachten. Bij aankomst om 16.30 uur blijkt dit te kloppen. De parkeerautomaat neemt met 1,50 pond genoegen en print een ticket tot 8.30 uur morgenochtend. We wandelen naar zee en kuieren op ons gemak over de boulevard. We zitten ook nog een tijdje lekker in de zon te genieten van het uitzicht (en de gratis wifi). Uiteindelijk vinden we een restaurant waar we buiten op het terras met uitzicht op zee fish & chips (het werd weer eens tijd!) kunnen bestellen. We laten het ons wederom goed smaken! Als we na de fish & chips langs zee terugwandelen, zien we een orkest (uitgerekend in SDG-rood) dat voorbereidingen aan het treffen is voor een buitenconcert.
Bijna hilarisch is het om te zien dat het ook hier kennelijk onvermijdelijk is dat een paar muzikanten op het laatste moment komen “aanzakken”, wat de boel uiteraard weer flink ophoudt. Maar als ze beginnen te spelen blijkt het een frisse brassband met een leuk repertoire. Zo spelen ze bijvoorbeeld een James Bond medley, met ondersteuning door een prima drummer! En grappig dat ook hier een type Gerrit Horsman rondloopt, die niet meespeelt maar wel alles regelt en zelfs met de collectebus rondgaat. Onmisbaar, zulke mannen! Ook wij zijn na het concert weer een paar pondjes lichter (wat geld betreft dan, hè…). Dan wordt het tijd voor koffie en die nuttigen we in onze camper, met uitzicht op zee.
Dag
22: 31 juli 2015
Westward
Ho! - Chacewater (214 km) (10 pond) 21 graden
Tintagel Castle en Saint Michaels Mount
Vandaag ontbijten we op de boulevard van Westward Ho! Op de parking ontbijten
lijkt ons niet zo charmant, dus bereiden we ons ontbijt in de camper en nemen
het mee naar een bankje aan zee. Dat was wel even mooi! Tegen half 11 vertrekken
we uit Westward Ho! En rijden in zuidelijke richting via de prachtige kustweg
A39. Onderweg maken we een mooi uitstapje naar het kustplaatsje Tintagel. Hier
zijn de ruïnes van het bekende Tintagel Castle uit de 13de eeuw.
Volgens legendes werd King Arthur hier geboren en hield hij hier hof. We willen
ernaartoe wandelen, maar dit lijkt geen eenvoudige klus te gaan worden. Het
kasteel, of wat er van over is, ligt weliswaar op een schitterende plek op de
rotsen, maar is daardoor wel moeilijk bereikbaar. We kiezen ervoor om net buiten
het plaatsje een plek te zoeken vanwaar je het kasteel kunt zien liggen. Dat
lukt wonderwel, we hebben een mooi uitzicht op de ruïne en kunnen mooie foto’s
maken. We zijn blij dat we niet de poging gewaagd hebben om er naartoe te lopen.
Want naast dat dit inderdaad een hele opgave zou zijn geworden, blijkt het meer
een opgraving dan een kasteel. Na deze mooie onderbreking vervolgen we onze
reis. We willen naar Saint Michaels Mount, de Engelse versie van Le Mont St
Michel. En dan daar vlakbij overnachten op een parking. Zover komt het echter
niet want op de parking is overnachten niet meer toegestaan. Dus moeten we wat
anders zoeken. Wel maken we vanaf de heuvels een paar mooie foto’s van Sait
Michaels Mount.
Maar wat anders zoeken valt nog niet mee. Na een paar keer bot te hebben gevangen, vinden we uiteindelijk een plekje op een kleine camping in het even zo kleine plaatsje Chacewater. Door deze onverwachte move lopen we wel het uiterste zuidwestelijke puntje van Engeland, “world’s end” genaamd, mis. Op de rustige camping (zonder wifi) is het goed toeven en kunnen wel nog lekker lang in de zon zitten, die er weer de hele dag bij was. Heerlijk!
Maar wat anders zoeken valt nog niet mee. Na een paar keer bot te hebben gevangen, vinden we uiteindelijk een plekje op een kleine camping in het even zo kleine plaatsje Chacewater. Door deze onverwachte move lopen we wel het uiterste zuidwestelijke puntje van Engeland, “world’s end” genaamd, mis. Op de rustige camping (zonder wifi) is het goed toeven en kunnen wel nog lekker lang in de zon zitten, die er weer de hele dag bij was. Heerlijk!
Dag 23: 1 augustus
2015
Chacewater – Ipplepen
(145 km) (10 pond) 21 graden
De Zuidkust
We ontbijten binnen, maar daarna komt de zon erdoor en verkassen we naar
buiten. Daar blijven we tot een uur of twaalf. Dan vertrekken we, nu richting
het oosten. Het is vanaf hier nog 570 km naar Dover, waar we komende donderdag
om 11 uur moeten inschepen voor de overtocht naar Duinkerken. De zuidkust van
Engeland is meteen ook het punt waar Engeland het breedst is, bijna 600 km. We
rijden (stapvoets) binnendoor via Truro en St. Austell richting Plymouth. Het
is in Europa zwarte zaterdag, en dat lijkt ook hier te zijn doorgedruppeld. Het
schiet allemaal niet op, maar uiteindelijk lijkt het toch vooral te komen door
wegwerkzaamheden (met ontzettend trage verkeerslichten) en een ongeluk. Naast
het toch wel vele verkeer houden beide voorvallen de boel enorm op. En hoe
verder we van de kust af zijn, hoe harder het gaat regenen. We willen
boodschappen gaan doen in Liskeard, maar de Spar die we hebben uitgezocht blijkt
niet over een voor ons geschikte parkeerruimte te beschikken. Als we verder rijden
ziet Dineke nog een supermarkt, met parkeerruimte vlakbij. We parkeren en wandelen
ernaar toe, maar het blijkt een soort Action te zijn. Wel hebben ze iets meer
levensmiddelen dan de Action in Nederland. Met een tas vol spullen voor 15 pond
keren we terug bij de camper. Dat is dus onverwacht toch nog mooi gelukt. We
hebben ook koffiebroodjes gekocht, en daar hoort koffie bij! Dus zoeken we een
mooie plekje in de buurt van zee, want daar is (zoals wel vaker) blauwe lucht!
In het altijd mooie dorpje Crafthole, vlak aan zee, vinden we een parking met
een geweldig uitzicht. Naar het zuiden de door de zon beschenen zee, naar het
noordoosten kijken we uit op Plymouth en boven land zien we alleen maar donkere
wolken. Na de koffie gaat het verder richting Plymouth. Daar rijden we over de
hoge brug over de rivier de Tamar. Hier wordt 1,50 pond tol geheven. De brug
heet trouwens, niet echt verrassend, de Tamar Bridge.
Zo druk als het bij Truro en St. Austell was, zo rustig is het hier. En dat vinden we dan weer wél verrassend. Na Plymouth gaat het zeer voortvarend en in rap tempo vliegt het asfalt onder ons door. De uitgezochte camperplek in het kleine dorpje Ipplepen, wat weer een kleine camping (zonder WiFi…-zucht-) blijkt te zijn, heeft nog plek voor ons. Inmiddels heeft de zon de overhand, dus kunnen we nog mooi een tijdje buiten zitten.
Zo druk als het bij Truro en St. Austell was, zo rustig is het hier. En dat vinden we dan weer wél verrassend. Na Plymouth gaat het zeer voortvarend en in rap tempo vliegt het asfalt onder ons door. De uitgezochte camperplek in het kleine dorpje Ipplepen, wat weer een kleine camping (zonder WiFi…-zucht-) blijkt te zijn, heeft nog plek voor ons. Inmiddels heeft de zon de overhand, dus kunnen we nog mooi een tijdje buiten zitten.
Dag 24: 2 augustus 2015
Ipplepen - Weymouth (144 km) (8 pond) 22
graden
Torquay en Jurassic Coast
Na een rustige ochtend, die we deels buiten doorbrengen, vertrekken we
tegen 12 uur. We worden uitgezwaaid door eigenaar Richard en een van de
campinggasten, die samen de gate voor ons openhouden. De mensen hier waren erg
vriendelijk, maar dat kan over bijna geheel Groot-Brittannië worden gezegd:
beleefd, behulpzaam, vriendelijk. We rijden eerst naar Torquay (spreek uit
“torkie”), na Blackpool de meest populaire badplaats in Engeland. We parkeren
de camper en wandelen naar de boulevard. Torquay ligt prachtig in een baai en
doet in alles denken aan de Franse Rivièra. Met witte huizen tegen de heuvels
gebouwd, een blauwe zee, strand en veel palmbomen. Er is ook van alles te doen
hier: een groot zwemparadijs, wandel- en fietspaden, een park met een meertje
met motorbootjes, midgetgolf en een soort kartbaan. En er rijdt zelfs een
stroomtrein.
We kijken er met veel plezier een uurtje rond. Daarna rijden we verder. We gaan richting Exeter, waar we even verder de A35 richting Dorchester nemen. Deze weg voert langs de Lyme Bay over een spectaculaire route. Deze kustlijn wordt ook wel de Jurassic Coast genoemd. Er zijn veel uitzichtpunten en zeker met dit mooie weer is het geweldig om deze route te rijden en af en toe even stil te staan voor wat foto’s. Voor ons gevoel waren we duidelijk op de terugweg naar Dover, maar alle moois hier in Engeland is nog niet op! Ook zien we onderweg nog de kleinste camper ooit, heel grappig.
Bij Dorchester nemen we de afslag naar Weymouth waar een camperplek is bij een boerderij. Voor de zoveelste keer deze dagen moeten we tóch weer over een stuk single track road. Maar we hebben deze vakantie voor hetere vuren gestaan en wij (en onze camper) doorstaan dit zoveelste obstakel met glans. We arriveren om half 5 bij de Causeway Farm. Er is een groot veld waar 3 caravans met voortent staan. Bij de boerderij is niemand te bekennen. Als we al een uur gesetteld zijn en lekker in de zon zitten, komt een “oude baas” ons opzoeken om 8 pond te innen. Maar hij komt vooral voor een praatje. Ook deze eigenaar is een erg vriendelijke man die alles wil weten over onze “tour-de-Britain”.
We kijken er met veel plezier een uurtje rond. Daarna rijden we verder. We gaan richting Exeter, waar we even verder de A35 richting Dorchester nemen. Deze weg voert langs de Lyme Bay over een spectaculaire route. Deze kustlijn wordt ook wel de Jurassic Coast genoemd. Er zijn veel uitzichtpunten en zeker met dit mooie weer is het geweldig om deze route te rijden en af en toe even stil te staan voor wat foto’s. Voor ons gevoel waren we duidelijk op de terugweg naar Dover, maar alle moois hier in Engeland is nog niet op! Ook zien we onderweg nog de kleinste camper ooit, heel grappig.
Bij Dorchester nemen we de afslag naar Weymouth waar een camperplek is bij een boerderij. Voor de zoveelste keer deze dagen moeten we tóch weer over een stuk single track road. Maar we hebben deze vakantie voor hetere vuren gestaan en wij (en onze camper) doorstaan dit zoveelste obstakel met glans. We arriveren om half 5 bij de Causeway Farm. Er is een groot veld waar 3 caravans met voortent staan. Bij de boerderij is niemand te bekennen. Als we al een uur gesetteld zijn en lekker in de zon zitten, komt een “oude baas” ons opzoeken om 8 pond te innen. Maar hij komt vooral voor een praatje. Ook deze eigenaar is een erg vriendelijke man die alles wil weten over onze “tour-de-Britain”.
Hallo Albert,
BeantwoordenVerwijderenWe hebben onlangs jullie blog ontdekt en hebben met veel plezier de camperverhalen gelezen.
Wij gaan over 1 maand ook weer op pad met onze camper.
Wij gaan richting Frejus en we maken daarbij gebruik van jullie verhaal.
Het verhaal over Engeland hebben we ook met veel plezier gelezen. 40 jaar geleden zijn wij ook in Chester geweest. Ook de opmerking over Gerrit Horsman was aardig om te lezen.