Foto's 16 t/m 22 juli (Samsung camera)
Foto's 16 t/m 22 juli (Canon)
Dag 7: 16 juli 2015
Bletchingdon – Lincoln (223 km) (€ 0,00) 25 graden
Foto's 16 t/m 22 juli (Canon)
Dag 7: 16 juli 2015
Bletchingdon – Lincoln (223 km) (€ 0,00) 25 graden
A little tribute to sir Winston Churchill
We blijven tot 13.00 uur op de
camping. Dan vertrekken we voor een eerste stukje van een kleine 8 km naar
Bladon. Dit is het geboortedorp van sir Winston Churchill, en ook de plaats
waar hij zijn graf is. Onderweg komen we door het plaatsje Woodstock, dat
wereldfaam verwierf door het bekende festival met dezelfde naam dat hier in
1969 plaatsvond. In Bladon is vrijwel geen mogelijkheid om te parkeren. We
hebben geluk dat er net voorbij een bushalte een extra stukje ruimte is waar we
net inpassen. We wandelen 500 meter naar de St Martins Church en de
bijbehorende begraafplaats. Vrijwel alle graven zijn niet onderhouden en
vervallen. Maar het moet gezegd, Bladon houdt haar bekende oud-inwoner in ere.
Het graf van Churchill ligt er keurig bij.
In de kerk wordt ook de nodige aandacht aan de charismatische oud-leider van Engeland besteed. Het was goed om even stil te staan bij deze meest belangrijke staatsman van Engeland, die een onuitwisbare indruk in de wereldgeschiedenis heeft achtergelaten. Als we terug wandelen zien we tegenover de begraafplaats een wit restaurantje met de (more of less) toepasselijke naam: The White House. Downingstreet 10 hebben we niet ontdekt ;-)
Het graf van Churchill ligt er keurig bij.
In de kerk wordt ook de nodige aandacht aan de charismatische oud-leider van Engeland besteed. Het was goed om even stil te staan bij deze meest belangrijke staatsman van Engeland, die een onuitwisbare indruk in de wereldgeschiedenis heeft achtergelaten. Als we terug wandelen zien we tegenover de begraafplaats een wit restaurantje met de (more of less) toepasselijke naam: The White House. Downingstreet 10 hebben we niet ontdekt ;-)
We vervolgen onze reis en
rijden via Stratford-upon-Avon, de geboorteplaats van Shakespeare. Wat opvalt
zijn de enorme schoorstenen op de huizen. Dan gaan we verder naar het
middeleeuwse Warwick, en daarna noordelijk richting Hull. Daar overnachten we
bij de plaats Lincoln.
Dag 8: 17 juli 2015
Lincoln – Langdale End (171 km) (10
pond) 24 graden
Bempton Cliffs (Jan van Gent en papagaaiduiker)
We vertrekken tegen half 11.
Eerst even tanken en dan verder. Ik wil het er verder niet over hebben, maar de
benzine- en dieselprijzen zijn hier echt bijzonder (hoog). Wij tankten diesel
voor 1,17 (Engelse ponden), omgerekend ongeveer € 1,65. En de benzine is 3 cent
goedkoper dan de diesel (ja,
inderdaad, goedkoper…). We rijden Yorkshire binnen via de indrukwekkende Humber
Bridge, bij Hull, over de Humber. (tol: 1,50 pond). Even verder stoppen we bij
een prachtige Engelse molen bij het plaatsje Skidby. Na een korte wandeling en
wat foto’s rijden we verder naar Bempton Cliffs. Tegen de krijtrotsen nestelen
o.a. de Jan van Gent (grootste Europese zeevogel) en de bijzondere papagaaiduiker.
We maken er een prachtige wandeling over de rotsen en zijn blij verrast door wat we allemaal zien hier. Constant op zoek naar vis vliegen de vogels af en aan, van zee naar de nesten op de rotsen en weer terug. Alles is van dichtbij te volgen, je kunt de jongen nog net niet aanraken maar het scheelt niet veel. Helaas krijgen we de papagaaiduikers niet goed op de foto. Maar dit is 'm:
Het is erg indrukwekkend om dit te zien en mee te maken! Na dit mooie uitstapje rijden we verder naar North Yorkshire, om precies te zijn het North York Moors National Park. Onderweg in dat schitterende gebied zien we dat er aan de kant van de weg soms koopwaar zoals jam, tomaten en uien wordt aangeboden, compleet in the middle of nowhere. Wie zal daar iets van kopen? En wie heeft daar de behoefte aan een telefooncel, een echte rode! Deze staat ook niet in een dorpje ofzo… Het is een behoorlijk onherbergzaam gebied waar we onze eerste “one track road” rijden. Deze wegen zijn zo smal dat elkaar passeren geen optie is. Om de zoveel meter zijn er daarom passeerplekken. Bij bijna elke bocht is spannend wat er eventueel om de hoek komt zetten. Uiteindelijk arriveren we bij een heuse camperplek, die hadden we nog niet gehad hier. Het is bij een boerderij met koeien. Die lopen samen met de kalveren en de stier in één weiland. De boerin verwelkomt ons en legt alles uit. Ze is erg vriendelijk en neemt alle tijd voor ons. De plek is werkelijk prachtig, en het uitzicht is magnificent.
We maken er een prachtige wandeling over de rotsen en zijn blij verrast door wat we allemaal zien hier. Constant op zoek naar vis vliegen de vogels af en aan, van zee naar de nesten op de rotsen en weer terug. Alles is van dichtbij te volgen, je kunt de jongen nog net niet aanraken maar het scheelt niet veel. Helaas krijgen we de papagaaiduikers niet goed op de foto. Maar dit is 'm:
Het is erg indrukwekkend om dit te zien en mee te maken! Na dit mooie uitstapje rijden we verder naar North Yorkshire, om precies te zijn het North York Moors National Park. Onderweg in dat schitterende gebied zien we dat er aan de kant van de weg soms koopwaar zoals jam, tomaten en uien wordt aangeboden, compleet in the middle of nowhere. Wie zal daar iets van kopen? En wie heeft daar de behoefte aan een telefooncel, een echte rode! Deze staat ook niet in een dorpje ofzo… Het is een behoorlijk onherbergzaam gebied waar we onze eerste “one track road” rijden. Deze wegen zijn zo smal dat elkaar passeren geen optie is. Om de zoveel meter zijn er daarom passeerplekken. Bij bijna elke bocht is spannend wat er eventueel om de hoek komt zetten. Uiteindelijk arriveren we bij een heuse camperplek, die hadden we nog niet gehad hier. Het is bij een boerderij met koeien. Die lopen samen met de kalveren en de stier in één weiland. De boerin verwelkomt ons en legt alles uit. Ze is erg vriendelijk en neemt alle tijd voor ons. De plek is werkelijk prachtig, en het uitzicht is magnificent.
Dag 9: 18 juli 2015
Langdale End - Bamburgh (202 km) (25
pond) 23 graden
Whitby en de North York Moor
Deze ochtend spreken we ook nog
even de “the old boss”. Ook hij is erg vriendelijk, is nieuwsgierig naar waar
we vandaan komen en vertelt honderduit over zijn farm. Uiteindelijk vertrekken
we tegen half 11 en rijden een mooie route naar Whitby. Onderweg weer veel one
track roads, waarbij het soms zelfs bij de passeerplekken lastig is om elkaar
“heelhuids” te passeren. Ergens halverwege komen we nog 2 lammeren achterop,
die een heel stuk voor de camper uit blijven rennen. Uiteindelijk blijven ze
voor een hek bij een boerderij uit staan hijgen. Kennelijk hebben we ze thuis
gebracht ;-).
Dan komen we aan in Whitby. Het is een enorm gezellig stadje, met veel vertier, zoals diverse straatmuzikanten in de nauwe straatjes. Verder heb je aan de oostkant de ruïne van de Whitby Abbey. En vanaf de West Cliff kijkt een standbeeld van de ontdekkingsreiziger James Cook uit over het stadje.
Dan komen we aan in Whitby. Het is een enorm gezellig stadje, met veel vertier, zoals diverse straatmuzikanten in de nauwe straatjes. Verder heb je aan de oostkant de ruïne van de Whitby Abbey. En vanaf de West Cliff kijkt een standbeeld van de ontdekkingsreiziger James Cook uit over het stadje.
Bij het stationnetje staat de stoomtrein
uit Pickering nog na te puffen van de gedane inspanningen. Op een knus pleintje
nuttigen we onze eerste fish and chips: heerlijk. Wat ons betreft gaan er nog
wel meer volgen! Verder zijn de “oooh’s en “aaahs” wederom niet van de lucht
als met name de jongere garde van het vrouwelijk geslacht Isis ontdekt. “Só
cute” en “how adorable” zijn veelgehoorde termen deze dagen. Na deze mooie
onderbreking rijden we Whitby uit en gaan dwars door het North York Moor, een
enorm heidegebied, richting Newcastle. Daar nemen we vlak voor de Tyne-tunnel
de rondweg om de stad. Daarna is het nog 75 km naar Bamburgh, waar we een
camping opzoeken. De vriendelijke beheerder is verbaasd en lovend over onze
goede Engelse uitspraak, haha. Zo, die steken we even in onze zak (Bart… :p).
Dag 10: 19 juli 2015
Bamburgh - Stirling (187 km) (0 euro)
21 graden
Bamburgh Castle en Schotland
Vannacht heeft het geregend,
maar nu is het weer droog. Eerst is het nog zwaar bewolkt, maar in de loop van
de ochtend breekt ook de zon weer door. We vertrekken tegen 11.30 uur naar het
imposante Bamburgh Castle, dat hoog boven de Noordzee uittorent. Vanaf dit
grote kasteel heb je een geweldig uitzocht over de zee en een kleine eilandengroep dat vlak voor de
kust ligt, de Farne Islands. En vanaf het strand heb je een prachtig zicht op
het kasteel. Midden op het strand vindt Isis het welletjes en doet “plof”. Dit
betekent: hier ga ik liggen want ik ben moe. Intussen wordt het weer steeds
beter, met mooie wolkenformaties en steeds meer blauwe luchten. We genieten
volop van deze mooie plek en uiteraard ook van het weer. Als we, nadat we zijn
vertrokken, zo’n 20 km verderop Schotland binnenrijden wordt dat wel anders. Het
betrekt flink en voor het eerst deze vakantie moeten de ruitenwissers echt op
volle snelheid aan. Wat overigens niet echt verrassend is in Schotland.
Gelukkig zijn het slechts buien. Als we even voor Edinburgh een koffiestop
inlasten en parkeren aan de baai “Firth of Forth” is het droog. Een mooie plek!
Na de koffie rijden we verder naar Stirling. Daar parkeren we bij het monument
voor William Wallace. We hopen hier de nacht door te brengen, volgens onze
campergids mag dat hier.
Tip: bekijk Bamburgh Castle in
streetview op Google Maps!
Dag 11: 20 juli 2015
Stirling - Spean Bridge (209 km) (0 euro)
19 graden
Mooi Schotland
We ontbijten op de parking van
een middelbare school. Daarna rijden we verder Schotland in. Via de A9 rijden
we eerst naar Perth. Dan laten we Dundee rechts liggen en volgen de A9 richting
Inverness. Halverwege die weg ligt Blair Atholl. Dit kleine plaatsje heeft een
prachtig kasteel: Blair Castle. Dit landhuis met witte torentjes is het
prototype van een Schots kasteel. In de middeleeuwen lag het heel strategisch,
aan de enige weg naar Inverness. In de 19de eeuw is het omgebouwd
tot een Georgian landhuis. We besluiten uiteindelijk om het kasteel niet te
bezoeken maar het bij een aantal foto’s te laten. Isis mag overigens toch niet
mee naar binnen. We wandelen terug en zien een aantal veel te hoge drempels met
daarbij het bordje “RAMP”, wat Dineke de kreet ontlokt: “nou, dat is zeker een
ramp!” De drempels zijn allemaal beschadigd doordat auto’s delen van het asfalt
wegschrapen. Niet best voor de auto’s. Ramp is hier een heel toepasselijk woord
dus. We lopen ook nog even naar het mooie riviertje dat door Blair Atholl
stroomt. Onze camper hadden we trouwens geparkeerd bij de Bowling Club. Wat er
precies omgekegeld wordt weten we niet, maar ze doen “het” in ieder geval
buiten. Het is een soort vierkant bowlingveld. Het gras ligt er subliem bij en
lijkt op “the green” van een golfcourse. Heel mooi en heel kort. Tegen 13.00
uur vertrekken we weer uit Blair Atholl. Hadden we in Sterling nog niet echt
een Schotland-gevoel, inmiddels lukt dat prima. Het landschap en de heuvels
zijn inmiddels “ontzettend Schotland”, evenals het weer. Da’s ff minder, maar
niet onverwacht. Als we 30 km voorbij Blair Atholl de A9 verlaten en linksaf de
A86 richting Spean Bridge opgaan wordt het Schotlandgevoel alleen maar sterker.
De bijna 50 km lange weg wordt smaller en smaller en de heuvels zijn inmiddels
bergen geworden. Het wordt steeds mooier en jawel, het wordt zowaar droog.
Ergens halverwege stoppen we op een parking langs Loch Laggan. We beklimmen een
rots en zijn even stil. Je hoort hier helemaal
niets behalve natuur (wind, vogels), en daarbij is het uitzicht adembenemend. Na
deze prachtige onderbreking en de aanvullende koffie gaat de reis verder. Bij
Spean Bridge slaan we rechtsaf en rijden via de A82 richting Loch Ness. Dit
veruit bekendste meer van Schotland gaan we morgen bekijken. Nu stoppen we om
16.45 uur op een parking langs het Loch Lochy. Deze plek werd via internet
getipt door andere camperaars. Het is inderdaad een prachtige plek. Er staan al
2 campers en er komen er in de loop van deze middag en avond nog meer bij. Het
weer is inmiddels niet meer om over naar huis te schrijven, dus dat doen we dan
ook maar niet.
Dag 12: 21 juli 2015
Spean
Bridge – The Old Man of Stor (195 km) (0 euro) 16 graden
Isle Of Skye
Het is fijn ontbijten op deze
prachtige plek aan het Loch Lochy. Het weer is gelukkig wat beter dan gisteren,
we zien zelfs af en toe een stukje blauwe lucht! Rond 11 uur vertrekken we
richting het volgende Loch… Loch Ness!
20 km verder rijden we langs de oevers van ‘s werelds bekendste en meest mysterieuze
meer. We turen het wateroppervlak af naar een spoor van Nessie, maar helaas
zonder resultaat. Bij Invermoriston slaan we linksaf, de A87 op richting
Kyleakin en the Isle of Skye. Het is vanaf hier ruim 80 km tot de Skye Bridge,
die het eiland Skye verbindt met het vaste land van Schotland. Deze weg is al
heel mooi (althans de omgeving, we hebben het niet over het wegdek), met ook
hier weer een aantal kastelen. We wilden bijhouden hoeveel we er zouden zien
onderweg, maar zijn de tel inmiddels kwijtgeraakt. Eenmaal op Skye wordt het
alleen maar mooier en indrukwekkender. De bergen op het schiereiland Trottenish
(ten zuiden van het havenplaatsje Portree) zijn bijzonder mooi, met heel apart
glooiende hellingen. En overal waar je kijkt zie je watervallen. Karakteristiek
voor Skye zijn de kleine witte huisjes, je ziet er heel veel. Ook wordt de weg
beter want er wordt aan gewekt. Dat gaat als volgt: ze zetten een weggedeelte
van zeker een kilometer lengte af, met aan beide kanten verkeerslichten.
Vervolgens begeleidt een autootje met de tekst “convoi vehicle, no overtaking”
de complete aanvoer van 1 kant over de weg in aanleg naar de andere kant. En
vice versa. Een mooie oplossing, mits er niet teveel verkeer is op de
betreffende weg. Eenmaal voorbij Portree wordt de weg (A855) deels single track.
Je rijdt “heuveltje op, heuveltje af” en bij elk heuveltje en bij elke bocht
wacht weer een nieuwe verrassing. Rechts van ons zien we steeds weer de
Atlantische Oceaan met haar rotsachtige kust en links het onvoorstelbaar afwisselende
landschap van Skye met haar hoge bergen en soms zelfs nog sneeuw. Er groeien
bijna geen bomen, maar de meeste bergen zijn wel groen. Je ziet soms in 1
oogopslag de oceaan, weilanden, een meer, heidevelden en bergen. Ook zien we
steeds de kustlijn van een ander eiland, Isle of Raasay. We rijden langzaam
voorbij de bekende Old Man of the Stor, een rots van oude lava en
oorspronkelijk zacht gesteente. 10 km verderop is een parkeerplaats op de
rotsen, vlak aan de kustlijn. We hebben gehoord dat hier vaak camperaars
overnachten en dat zijn wij ook van plan. Het uitzicht vanaf de rotsen is
geweldig. We parkeren de camper zo dat we vanuit onze stoel uitzicht op de
oceaan hebben. Het kon slechter :p. Om
19.00 uur staat er (behalve de onze) verder nog geen camper, wellicht komt dat
nog. Later die avond turen we nog eens de oceaan af naar haaien, want die
worden hier regelmatig gespot. In de baaien is een “warme” stroming wat voor
haaien aantrekkelijk is (tja, voor wie niet hè..). Helaas zien wij er geen. Als
we om 23.45 uur Isis uitlaten is het nog steeds niet donker. Het is behoorlijk
helder en de maan zien we nog net boven de westelijke hemel. Boven zee zien we
veel vuurtorens en tussen de het noorden en oosten is de hemel mooi blauw en
oranje gekleurd.
Dag 13: 22 juli 2015
The
Old Man of Stor – Kyle Rhea (142
km) (0 euro) 17 graden
Isle Of Skye (dag 2) / Otter haven
Als we om 5.40 uur beiden even
uit bed gaan voor een sanitaire stop is de zon alweer op. We hebben de
zonsopkomst net gemist. We vertrekken hier tegen 11 uur en rijden via de A855 naar
de uiterste noordpunt van Skye. Onderweg genieten we weer van alle moois dat
Skye ons te bieden heeft. De meeste huizen op Skye zijn wit. Veel ervan zijn
klein en hebben dezelfde karakteristieke vorm. Nu de zon schijnt ziet de wereld
van Skye er toch behoorlijk anders uit, met de blauwe zee en de bergen in de
zon. We rijden vandaag het grootste deel van de af te leggen kilometers op
single track roads. Over het algemeen is het wegdek redelijk tot goed en zijn
er voldoende “passing places”. En ach, je kunt toch niet hard rijden op dit
soort wegen dus als er een slecht stuk weg tussen zit dan heb je voldoende tijd
om af te remmen of er omheen te rijden. Het landschap is wisselend. Soms rijd
je door een enorme vlakte met helemaal niets, dan weer zijn er hoge bergen en
vaak zie je de zee. Op het meest noordelijke punt van Skye is een parking en
kun je wandelen naar het “eind van de wereld”. Het is er geweldig mooi. Voor de
kust liggen nog wat kleine eilandjes en helemaal in de verte zien we de Outer
Hibrides, een grote eilandengroep voor de noordwestkust van Schotland. Na de
wandeling gaan we een stukje west en vervolgens zuidwaarts op de A87. Zo’n 10
km voor Portree slaan we linksaf de B885 op en rijden een single track naar het
westen. Bij Coillore vervolgen we onze reis op de A863 zuidwaarts. We zien de
hoogste berg van Skye opdoemen: de Sgurr Alasdair (1009 m).
Uiteindelijk komen we bij
Sconser weer op de A87. Zo’n 10 km voor de Skye Bridge slaan we rechtsaf
richting Kyle Rhea. Hier willen we overnachten, en als het kan morgen de ferry
naar het vaste land nemen. Ook staat deze plaats bekend om de vele otters en robben
die hier leven. Ook worden regelmatig dolfijnen gesignaleerd. Dit is ook weer
een single track road, en serieus, die is letterlijk Schotland op z’n smalst. Het
weggetje mag eigenlijk geen naam hebben en dat heeft het dan ook niet. Tomtom
zegt namelijk: “Naamloze weg”. Als we even later ergens halverwege een
vrachtauto tegenkomen, moeten we de camper achteruit een weilandweggetje insturen,
dat daar toevallig is. Anders was het voor een van beiden een heel stuk
achteruit rijden geworden. Na 11 km arriveren we in Kyle Rhea, waarvan we
dachten dat het op z’n minst een dorpje zou zijn. Maar met meer dan een paar
huizen houdt het wel op. Ook hier zijn de 2 (ja, twee) wegen die hier lopen
zeer smal, wat enkele hachelijke situaties met zich mee brengt. We informeren
bij de “ferryman” of we morgen met de camper meekunnen naar de overkant. Dat
kan, tenminste… “als het weer het toelaat”, voegt de adjudant van de “heen en
weer” eraan toe. Want hij verwacht dat het “a little bit windy” zal zijn
morgen. Volgens de veerbootbaas is de weg aan de overkant (ruimt 20 km) beter
dan de 11 km die we er net op hebben zitten. Gelukkig… We vinden een mooie plek
om te overnachten, op een kleine parking bij een tweetal ottergluurhutten. Zie
noemen ze “Hide”. We maken een mooie wandeling naar 1 van de hutten. Binnen is
niemand, maar er staat een grote kijker en er liggen verrekijkers op de banken.
Heel mooi gedaan! En zowaar, in de baai vinden we op een aantal rotsen robben
en zeehonden. Ook zwemt er een aantal in zee. Helaas laten de dolfijnen verstek
gaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten